persbericht voor De Noordwijkerhouter
Vrijdagavond j.l. organiseerde de Culturele Stichting Bollenstreek een evenement
in de Victorkerk, waarvoor het Volendams Operakoor uitgenodigd was. Dit
optreden, dat oorspronkelijk in december gepland was, moest wegens ziekte van de
dirigent worden uitgesteld.
De enige mogelijke datum om dit optreden toch plaats te laten vinden, was 20
februari.
Door betreurenswaardige omstandigheden nu was de Culturele Stichting er niet van
op de hoogte, dat een plaatselijke zangvereniging een uitvoering georganiseerd
had op dezelfde avond en ook nog in hetzelfde genre.
Hiervoor biedt de Culturele Stichting aan "Concordia" haar oprechte excuses aan
en eveneens aan de Noordwijkerhouters, die graag beide evenementen hadden
bijgewoond.
Dit voorval maakt wel duidelijk, dat een goede communicatie tussen verenigingen van groot belang is.
De Culturele Stichting doet dan ook een beroep op de verenigingen die
uitvoeringen organiseren, om de datum van het evenement tijdig door te geven aan
haar contactadres:
Duindoornstraat 1, Noordwijkerhout, telefoon 2910
Hierdoor kan voorkomen worden, dat twee verenigingen op dezelfde dag iets
organiseren, en is het misschien tevens mogelijk voor het volgende seizoen te
komen tot een regelmatige spreiding van uitvoeringen.
Dit zou ideaal zou zijn voor de inwoners van Noordwijkerhout.
Om hiertoe een eerste aanzet te geven, hoopt de Culturele Stichting haar
programma voor het volgend seizoen vóór de zomer aan U te presenteren.
De Stichting wil van deze gelegenheid tevens gebruik maken om U nu reeds mede te
delen, dat zij er in geslaagd is het, Nederlands Kamerorkest te contracteren
voor een uitvoering op dinsdag 17 maart.
Moge dit een pleister op de wonde zijn.
secretaris penningmeester
>>>>><<<<<
___CULTURELE STICHTING BOLLENSTREEK___
Contactavond
op 12 juni 1970 in
Hotel van der Geest te
__Noordwijkerhout__
Welkomswoord van de voorzitter
J.Ph.N. Duquesne van Bruchem
Zeer geachte aanwezigen,
Bijzonder verheugd ben ik U allen hier vanavond te mogen begroeten en U van
harte welkom te heten, zomede U te bedanken voor uw komst.
Voordat ik U iets over onze stichting ga vertellen, eerst wat over de aanleiding
tot deze bijeenkomst.
Voor december 1969 stond aanvankelijk een concert van het Volendams Operakoor
op ons programma. In november berichtte men ons dat de dirigent door een
hartaanval was getroffen; het concert ging vooreerst niet door.
Eind januari berichtte men ons, dat men met een andere dirigent op het eind van
februari kon optreden. Eind februari lag te dicht bij het voor maart
geprogrammeerde concert van het Nederlands Kamerorkest en daarom vroegen wij
eerder in februari te komen. Na veel vijven en zessen gaf men ons en iets
eerdere datum op, die wij omdat het al zo kort dag voor wat de voorbereidingen
betrof, spontaan hebben gecontracteerd.
In die haast hebben wij over het hoofd gezien dat op dezelfde datum de Christelijke Zangvereniging “Concordia” een concert zou houden, en toen wij daar achter kwamen waren de voorbereidende werkzaamheden al zo ver gevorderd (bovendien konden we al niet meer van het koor af) , dat we de datum niet meer konden wijzigen.
Zo is het gekomen, dat op dezelfde dag waarop Concordia haar concert gaf,
onze stichting het onze gaf.
Zoiets is in een kleine plaats als Noordwijkerhout natuurlijk uit den boze,
temeer als beide evenementen eigenlijk op hetzelfde publiek zijn gericht.
Na het concert hebben wij met een (naar mijn mening keurig) excuusartikel in de Noordwijkerhouter onze spijt betuigd over het gebeurde, tevens in het vooruitzicht gesteld, dat wij maatregelen zouden beramen om een herhaling te voorkomen.
Op onze eerstvolgende bestuursvergadering bleek dat er een brief van de
voorzitter van Concordia was ontvangen, waarin deze nog eens op de zaak
terugkwam. Sommigen vonden dit, na ons excuusartikel, overdreven.
Ik meende in die brief tussen de regels een zekere vrees te lezen of nu wel de
geëigende maatregelen zouden worden genomen, m.a.w. of de zaak niet in de
doofpot zou raken.
Daarom heb ik daarna de heer van Gelder bezocht, waar mij bleek dat er van enige rancune generlei sprake was, tevens echter dat ik klaarblijkelijk goed tussen de regels had gelezen. De heer van Gelder en ik hebben toen afgesproken, dat wij binnenkort een bijeenkomst van de belanghebbende verenigingen zouden beleggen, om in onderling overleg tot een regeling te komen die een ieder belanghebbende zou bevredigen.
Ziehier de aanleiding tot deze bijeenkomst en U zult begrijpen wanneer ik de heer van Gelder vanavond een bijzonder welkom toeroep.
Later kom ik terug op hetgeen wij zouden kunnen doen om een dergelijk
dupliceren voor eens en vooral te kunnen uitsluiten, en eerlijk gezegd ben ik nu
blij dat we hier bijeen zijn omdat dit nu meteen de gelegenheid biedt om na te
gaan in hoeverre we wellicht op ander gebied kunnen samenwerken.
Ik denk hierbij aan de omvangrijke werkzaamheden op secretariaatsgebied (ik
bedoel de steeds weer terugkerende routinezaken), die wellicht centraal zouden
kunnen worden geregeld.
In de eerste plaats moeten we dan zien te komen tot en geïntegreerde (in onderling overleg opgestelde) agenda, vooreerst voor Noordwijkerhout alleen om, nadat we enige ervaring hebben opgedaan, die uit te breiden tot de gehele Bollenstreek, en (zo zie ik het) daarbij uiteindelijk ook Leiden en Haarlem te betrekken.
Ik stel me voor deze punten met u te behandelen nadat ik U nu eerst een en ander over onze stichting ga vertellen, U gedurende een pauze een kopje koffie aan te bieden, voor we deze punten aansnijden.
Toen in 1968 de restauratie en modernisering van de Victorkerk voltooid was,
was pastoor Hammerstein van mening dat het kerkgebouw nu, behalve aan het
geestelijk leven, ook aan het culturele leven van de gemeenschap dienstbaar
moest zijn.
Vanuit dit gezichtspunt ontstond toen de Culturele Stichting Bollenstreek die
aanvankelijk bedoeld was, culturele evenementen te organiseren, in hoofdzaak in
de Victorkerk.
Gedurende het eerste seizoen (1968/1969) vond een madrigaal concert in de
kerk plaats, zo ook een fraaie uitvoering van Mozart’s Requiem.
Nel Oosthout voerde in de aula van Leeuwenhorst G.B.Shaw’s 'St. Jeanne d’Arc'
op.
De drie evenementen waren allen een succes, zij het dat er nog veel ruimte over
was voor meer publiek.
Het seizoen 1969/1970 bracht ons Godfried Bomans, een tentoonstelling van bronsplastieken in het raadhuis, het Volendams Operakoor trad in de Victorkerk op en in Leeuwenhorst kregen we een prachtig concert van het Nederlands Kamerorkest, gevolgd door een geslaagde voorstelling van Toneelgroep Centrum.
Ook tijdens deze vijf evenementen was de beschikbare plaats slechts voor
ongeveer de helft bezet (uitgezonderd Bomans); alle waren artistiek een groot
succes en haalden een bijzonder goede pers.
Dit succes, zomede het feit dat het gemeentebestuur van Noordwijkerhout
waarschijnlijk in dat succes de aanleiding had gevonden voor onze stichting een
subsidieverordening uit te vaardigen die ons voor de eerstkomende vier jaar een
zekere basissubsidie garandeert, heeft het bestuur doen besluiten het werk van
de stichting voort te zetten en verder uit te bouwen óók buiten de grenzen van
Noordwijkerhout (hetgeen de naam van de stichting overigens ook aanduidt).
De consolidering van de stichting hield ook een andere hervorming van het
bestuur in, dat nu als volgt is samengesteld.
Het verheugt ons bijzonder dat wij de burgemeester van Noordwijkerhout, de heer
Bosma, bereid hebben gevonden het presidentschap van de stichting te aanvaarden.
De benoeming van de burgemeester in deze functie moet u zien als een blijk van
waardering voor de daadwerkelijke belangstelling die wij van de heer Bosma
hebben mogen ondervinden, maar bovendien ook (en dit in verband met onze plannen
om buiten Noordwijkerhout te gaan opereren) als een duidelijke onderstreping van
het feit, dat de wieg van de stichting in Noordwijkerhout heeft gestaan.
Ik acht het een eer, de voorzittersplaats te mogen bezetten.
De werkzaamheden van het secretariaat hebben nu reeds een dusdanige omvang
aangenomen, dat dit door 3 secretarissen wordt bezet, t.w. de dames De Groof
(die nu met vakantie is), Mutsaerts en Putman.
De heer Waals, die de penningmeesterplaats vanaf het begin voortreffelijk heeft
vervuld, was (tot ons grote genoegen) bereid zijn functie voort te zetten.
De publiciteit en de organisatie bevinden zich in handen van de heren Van
Hensbergen, Janssen Groesbeek en Roos.
Zo heb ik U de geboorte van de stichting, de kinderjaren (en –ziekten) en de puberteit geschetst en ik meen te mogen zeggen dat we nu met een aardig uit de kluiten gewassen jongen-in-de-lange-broek hebben te maken, die de periode van de-baard-in-de-keel alweer voorbij is. In hoeverre we de lengte van het hoofdhaar moeten bewaken zal de tijd leren.
Onze plannen om ook buiten Noordwijkerhout te gaan opereren zijn nog niet zo ver gevorderd, dat wij daarvoor de programmaas al aan het voorbereiden zouden zijn. De materie is ietwat ingewikkeld daardoor, dat de gemeentebesturen aan de kwestie van subsidieverlening ongetwijfeld de conditie zullen verbinden dat die alleen aan hun gemeentenaren ten goede mogen komen; en daar zitten nog wel enige haken en ogen aan vast om een en ander aan die conditie te laten voldoen.
Er zijn reeds contacten, zowel met bepaalde gemeentebesturen als met
geïnteresseerde particulieren en/of organisaties; er moet echter nog veel
voorbereidend werk worden verzet willen we t.z.t. met een “kant en klaar
pakket”, dat goed functioneert, voor de dag komen.
Ik kan wel uit de school klappen dat het er, zoals de zaken nu staan, naar
uitziet dat Lisse de eerste plaats zal zijn waar we mogelijk van de grond zullen
komen, misschien gevolgd door Noordwijk. Alles hangt natuurlijk af van de
bereidwilligheid van de betrokken gemeentebesturen op het gebied van de
subsidieverlening.
Het lijkt mij juist, hier op te merken dat het gemeentebestuur van
Noordwijkerhout in deze de spits heeft afgebeten. Laat ons hopen dat andere
gemeenten dit lichtend voorbeeld zullen volgen.
Staat U mij toe dat ik U nu een inzicht geef in ons programma 1970 / 1971 voor Noordwijkerhout dat ons voor ogen staat.
September 1970
Ter gelegenheid van de opening van de Openbare Bibliotheek zullen wij in het
nieuwe gebouw een tentoonstelling “aanbieden” van werken van plaatselijke,
beeldende kunstenaars.
Voorts zijn wij nog in onderhandeling inzake het houden van een (of meer)
grammofoonplatenconcert(en) waar (met volledig gebruik van de nieuwste
geluidsapparatuur) klassieke muziek ten gehore zal worden gebracht, ingeleid en
toegelicht door een bekend componist en musicoloog.
De bedoeling is deze concerten bij Van der Geest te houden en deze een informeel
karakter te geven, een soort promenade-concerten, waar niet in rijen maar aan
gezellig gedekte tafeltjes met een bloemetje erop wordt plaatsgenomen, waar
verschillende korte pauzes worden gehouden om het publiek de gelegenheid te
geven aan tafel een consumptie te nuttigen.
Als wij er in slagen deze concerten te houden, geloven wij een bijdrage aan de
ontwikkeling van begrip voor muziek, om niet te spreken van het wegnemen van
drempelvrees voor de klassieke muziek, die er nog veel te veel heerst.
Oktober 1970
Twee voorstellingen van het Scapino Ballet; één ’s middags voor de jongere
jeugd, één ’s avonds voor de rijpere jeugd en de volwassenen.
November 1970
Cabaret Ivo de Wijs.
December 1970
Toneelgezelschap Wim Zomer met de voorstelling “Kinderen vallen naar boven”
Onder regie van Hans Tiemeijer.
Excursie naar de tentoonstelling Salvador Dali in Museum Boymans te Rotterdam
Januari 1971
Trio Pim Jacobs
Maart/april 1971
Volendams Operakoor met een selectie-programma uit één opera (ter herdenking van
het 20-jarig bestaan)
Voorts op nog nader te bepalen tijdstippen voor de jeugd een serie
schoolconcerten, zomede een toegelichte poppentheatervoorstelling.
Ik meen te mogen zeggen dat dit een programma is waarmee we voor de dag kunnen
komen.
Wanneer we er dan nog in kunnen slagen om in het algemeen het aantal bezoekers
nog wat op te vijzelen, dan kunnen de meerdere recettes de mogelijkheid openen om
gedurende het eerste half jaar 1971 aan onze huidige programmaplannen nog het
een en ander toe te voegen.
Als dit allemaal lukt (en daar heb ik goede hoop op) dan zou het over een jaar
wel eens zo kunnen zijn, dat onze uit de kluiten gewassen jongen is uitgegroeid
tot een potige volwassen kerel.
Geachte toehoorders, we naderen de pauze. Daarna hopen we tot zaken te komen.
Mag ik U verzoeken gedurende deze pauze Uw vragen en voorstellen inzake de
mogelijkheden van samenwerking tussen de bestaande verenigingen en organisaties
die zich op cultureel gebied bewegen, schriftelijk in te dienen, door die te
schrijven op deze blocnote, die voor dat doel hier op de tafel blijft liggen.
Ik vraag U dit om op die manier te bereiken dat ik Uw wensen en vragen
systematisch en vlot kan afwerken, om zodoende niet meer van Uw tijd te vragen
dan strikt nodig is, en daarbij toch de zaken efficiënt te kunnen afwikkelen.
Om dat te bereiken kan ik na de pauze niet meer ingaan op mondelinge vragen
of wensen, hoezeer het mij ook spijt.
Mag ik U nu, namens de stichting, een kopje koffie aanbieden.
Noordwijkerhout, 12 juni 1970
J.Ph.N. Duquesne van Bruchem,
voorzitter.
>>>>>>>><<<<<<<
Secretariaat: p/a VVV,
Herenweg 14
telef. 2096; na kantooruren: ......
Noordwijkerhout, juli 1970
Aan het bestuur van
..........
Noordwijkerhout
Mijne Heren,
Tijdens een door de Culturele Stichting Bollenstreek op 12 juni jl. belegde
contactavond, waartoe de verschillende, te Noordwijkerhout gevestigde
verenigingen en organisaties die zich op cultureel gebied bewegen waren
uitgenodigd, is onze commissie samengesteld, die bestaat uit de volgende heren:
P. van Geldere, voorzitter zangvereniging Concordia,
A, van Haarlem, voorzitter zangvereniging Rokazano,
P.C. Heemskerk, voorzitter VVV,
J. van Hensbergen, bestuurslid CSB,
J.Ph.N. de Quesne van Bruchem, voorzitter CSB.
Als eerste taak stellen wij ons voor, te komen tot het opstellen, bijhouden en
publiceren van een centraal opgestelde en beheerste agenda van evenementen op
cultureel en ander gebied, die in Noordwijkerhout zullen worden gehouden.
Door een evenwichtig opgestelde agenda te publiceren beogen wij niet alleen het
publiek voor te lichten en propaganda te maken voor belangstellenden, maar
bovendien (en de praktijk heeft uitgewezen dat dit nodig is) willen wij hiermede
zoveel mogelijk zien te voorkomen dat op een en dezelfde dag meer dan een
bijeenkomst wordt geprogrammeerd, waardoor beide uitvoerende partijen elkaar
duperen.
De bedoeling is, dat besturen die op het punt staan een datum voor een
bijeenkomst te fixeren, zich telefonisch of schriftelijk in verbinding stellen
met een centraal punt, waar de agenda wordt bijgehouden, om daar te informeren
of er op de datum die men voor ogen heeft soms al een bijeenkomst door anderen
is vastgelegd.
Zo niet, dan laat men die datum voor zich reserveren; zo ja, dan kiest men in
overleg met de agendahouder een andere (nog vrije) datum, en laat die
reserveren.
Wij prijzen ons gelukkig, dat voor het bijhouden van deze agenda de
VVV-Noordwijkerhout zich spontaan bereid heeft verklaard, haar
kantoororganisatie beschikbaar te stellen; gedurende de kantooruren kan men daar
bellen op no. 2096, buiten de kantooruren .... .
De agenda zal wekelijks in “De Noordwijkerhouter” worden gepubliceerd.
Ongetwijfeld zal het bovenstaande een aanmerkelijke bijdrage kunnen leveren tot
het behoorlijk functioneren van het verenigingsleven in ons dorp.
Wij menen dan
ook op Uw volle medewerking in deze te mogen rekenen, die U (om te beginnen)
kunt verlenen door nu reeds een schriftelijke opgave te zenden aan ons
secretariaat, waarin U de data en de evenementen vermeldt, die U in het komende
winterseizoen 1970/1971 gaat houden.
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de daarvoor nodige gegevens zullen wij met
de publicatie beginnen.
We zien Uw opgave, kan het zijn spoedig, tegemoet.
Hoogachtend,
COMMISSIE SAMENWERKING VERENIGINGSLEVEN TE NOORDWIJKERHOUT,
J.PH.N. Duquesne van Bruchem, voorzitter.